België heeft samen met twaalf andere landen een dossier ingediend bij UNESCO om de overgebleven Europese beukenbossen te bewaren. Het Zoniënwoud is één van de geselecteerde gebieden.
De beuk is een onderdeel van de identiteit van Europa. Na de laatste ijstijd ging deze boomsoort het Europese vasteland domineren. Je vond beukenbossen van aan de kust tot aan het hooggebergte. In deze wouden ontwikkelde zich een heel specifieke natuurlijke biotoop.
In 2007 en 2011 erkende het Werelderfgoedcomité van UNESCO het beukenbos al als een uitzonderlijk voorbeeld van ecologische en biologische processen. In de geest daarvan erkende het comité vijftien beukenbossen in Oekraïne, Slovakije en Duitsland als werelderfgoed.
De indieners van het dossier willen nu meer dan dertig gebieden toevoegen aan de serie die al door UNESCO op de Werelderfgoedlijst is ingeschreven. Een van de geselecteerde kandidaten is het Zoniënwoud aan de rand van Brussel. Het behoort volgens onderzoek tot een van de meest waardevolle beukenwouden van Europa.
Het Zoniënwoud bezit, net als de andere geselecteerde gebieden, een aantal kwaliteiten die het algemene belang dienen. Het gaat bijvoorbeeld om een grote, coherente zone met een grote natuurlijkheid. De beheerders ondersteunen de biologische en ecologische processen en onderhouden een bufferzone.
Nu de aanvraag is ingediend bij UNESCO, start een controleprocedure die anderhalf jaar in beslag zal nemen. In de zomer van 2017 weten we of het Zoniënwoud effectief wordt erkend als UNESCO-werelderfgoed.